De meeste beelden die ik maak zijn niet abstract, maar ook niet concreet. Want is een beeld nog abstract als er iets in wordt herkend, en is een beeld nog concreet als het iets voorstelt, maar tegelijkertijd ook het tegenovergestelde voor kan stellen? Ze zijn eerder als 'licht' afhankelijk van de context waarin ze worden geplaatst. Gewichtloos, of zichtbaar; het is aan de kijker om te bepalen of er iets gewogen of aangezet moet worden.
Als ik begin met een nieuwe tekening, schildering, of iets van dien aard is er eerst de intentie. Soms probeer ik een connectie tussen twee mensen te visualiseren, of de relatie tussen een mens en object, mens en natuur, of mens en gedachte. Soms ligt de intentie bij de lijn zelf en hoe ik hem wil zetten, eerder traag en organisch, of scherp en snel. Met zo'n intentie volgt het beeld vanzelf, maar blijf ik openstaan voor een totale ommekeer teneinde elk moment een nieuw begin kan zijn. Zo nu en dan begint een tekening een eigen leven te leiden, compleet met eigen wetgeving, waarvan ik getuige raak en andere keren ga ik opzettelijk tegen deze regels in; dan vindt er een kleine revolutie plaats.
Zo komen vormen tevoorschijn die definieerbare trekken vertonen, maar nog niet in een definitieve vorm vastzitten. Het zijn prille vormen die zich in een vroeg stadium van ontwikkeling bevinden, waardoor ze meerdere richtingen op kunnen gaan en de openheid het grootst is. Andere beelden verkeren verder in dit proces en werken al dan niet samen met een korte tekst of titel die de kijkrichting een kant op stuurt.
Carmen Berkel, 1992 ͦ Enschede, NL.
In 2014 afgestudeerd van academie Minerva te Groningen, NL.
Woont en werkt als autonoom beeldend kunstenaar en illustrator te Schiermonnikoog, NL.